Wijngaarden bij middeleeuwse dorpjes, spannende kloven en weilanden met schapen die maskertjes op lijken te hebben. In het noorden van Occitanië maak je onvergetelijke wandelingen door een heel gevarieerd landschap. Of je nou kiest voor een korte wandeling naar een uitzichtpunt of een langere wandeling door een kloof. Ter inspiratie delen we zes wandelroutes in de departementen Aveyron, Lot en Lozère.
Het eeuwenoude, geharde lokale schapenras lijkt een zwart masker om de ogen te hebben. Ze grazen in wilde weiden tussen droogstenen muurtjes en hutten die ook al generaties lang in dit landschap thuis horen.
De bijna 7 kilometer lange wandelroute Circuit des caselles de Marcilhac neemt je mee op een reis terug in de tijd. Het traditionele boerenlandschap wordt hier nog altijd in stand gehouden. Vanaf de rustige wandelpaden zie je droogstenen hutten (de caselles) die vroeger al gebruikt werden als opslagplek of schuilplaats.
Het beste tijdstip om Le Rocher de Capluc te bezoeken, is rond zonsopkomst of zonsondergang. Het eerste deel van de route wandel je ontspannen over goed begaanbare paden. Het laatste deel is meer klimmen en klauteren. Je wordt beloond met panoramisch uitzicht op rotswanden, groene bergen en het dorpje.
Heb je geen hoogtevrees? Dan kun je over stalen trappen naar een nog hoger punt klauteren voor een nog beter uitzicht op de Gorges du Tarn, Vallée du Tarn en Gorges de la Jonte.
De 11 kilometer lange wandelroute Le Puech du Puot maakt een ronde door dit prachtige landschap vanuit Clairvaux. Dit middeleeuwse dorp met schattige straatjes, rode zandstenen huizen en louvredeuren staat bekend als ‘het wijndorp’. Meer van deze mooie huizen passeer je in het dorpje Bruéjouls, met de grootste ‘tassou’ ter wereld op het kerkplein. Ook niet te missen: het hooggelegen Panat, waar een 11e-eeuws kasteel boven de gele kalksteen huizen uittorent. Tussen de dorpen loop je langs weilanden met Lacaune-schapen, bossen, wijngaarden, velden vol klaprozen, en rode zandsteenlandschappen.
In de natuur rondom het 10,8 vierkante kilometer grote meer ligt een uitgebreid wandelnetwerk. Weinig hoogtemeters en brede paden maken het een geschikte plek voor wandelaars van elk niveau. Neem je plantengids mee om te ontdekken hoeveel verschillende plantensoorten hier groeien.
Van vlier tot aardbeien tot dennenbomen. Ook roofvogels, herten en slangen voelen zich hier thuis. Waar je niet door de bossen loopt, kijk je uit over het meer en de lage heuvels aan de overkant. Na je wandeling geniet je in fijne restaurants, zoals Table du Lac, van een lunch, diner of borrel.
Fosfaat werd in de afgelopen eeuwen gemijnd, vermorzeld en als kunstmest verkocht. De nog veel eerder al ingestorte grotten waaruit dit mengsel gemijnd is, bleven leeg achter. De voormalige mijnen zijn weer overgenomen door de natuur. Een goed voorbeeld daarvan is de fosfaatmijn nabij Crégols.
De 5 kilometer lange wandelroute Sentier karstique de l’igue de Crégols brengt je naar een pad met uitzicht op dit brede, diepe gat in de grond. Wandelend door het groen spot je bovendien een igue en een boerderijruïne.
Deze ruim 7 kilometer lange wandelroute voert je door de beroemde lusvormige kloof. In het begin van de route volg je de rivier Cours Dourdou de Conques door de kloof. Je ziet hier duidelijk de gesteentelagen waaruit de wanden van de kloof opgebouwd zijn. Wat nu hoog boven je hoofd uitsteekt, was ooit de bodem van een warme zee. Op de terugweg naar het startpunt loop je door landelijke landschappen met weelderige weiden en groene bosjes.
Hoe daar te komen ?
◦ Parijs - Rodez: dagelijkse vluchten, 2 retourvluchten per dag
◦ Brussel - Rodez: van maart tot oktober op donderdag en zondag.
◦ Londen-Stansted - Rodez: van juni tot september op maandag, woensdag en vrijdag.
◦ Dublin - Rodez: van juni tot september op maandag en donderdag.